Wonen
Soep is medicijn…
In mijn werkbuurt wonen veel oudere mensen. Dat is fijn, want zij hebben vaak mooie verhalen over hun leven en onze stad in vroegere tijden. Omdat zij al veel van het leven hebben gezien, kunnen ze met een opmerking zaken enorm relativeren, heerlijk. Minder fijn is het om iemand met het toenemen der jaren lichamelijk langzaam achteruit te zien gaan en minder levenslustig te zien worden. Het hoort erbij, maar doet ook pijn.
Soms krijgen mensen een enorme knauw, bijvoorbeeld als ze komen te vallen. Vaak het begin van een periode van moeizaam opkrabbelen en niet meer helemaal de oude worden. Vallen kan verschillende oorzaken hebben. Verminderd zicht, medicijnen, afnemende spiermassa of gewoon een losse stoeptegel.
Kan Buurtwerk helpen met voorkómen (want beter dan genezen)? Jazeker!
Losse tegels kunnen opgemerkt worden tijdens een buurtschouw en gemeld via een app. De gemeente komt dan meestal snel de boel verhelpen. (En zo’n rondje door de buurt levert vaak weer interessante verhalen op, win-win!). Ook kan Buurtwerk helpen met leuke beweegactiviteiten zoeken of opzetten, want wie veel beweegt, houdt zijn spieren langer op peil, waardoor bewegen gemakkelijker en leuker is. Van stoelyoga tot dansen, alles helpt. Ook gezond eten helpt. Een vrijwilliger die lekkere soepen kan koken, is in elke straat wel te vinden.
Vanuit De Nieuwe Reiger wandelt de nieuwe wandelclub met een groeiend groepje deelnemers een uurtje door de buurt. Op een andere dag is er een gezamenlijke lunch met verse soep, telkens van een andere buurtgenoot, rauwkost en boterhammetje erbij, lekker!
Tot slot de medische kwesties. Een buurtwerker is geen dokter, maar kan wel een deskundige uitnodigen om over zulke onderwerpen te praten. Mensen kunnen daarna zelf besluiten of het misschien tijd is voor een bezoekje aan de opticien of apotheek.
En lig je toch eens in de lappenmand en kennen wij je? Dan krijg je een kaartje van onze Lief-en-Leed-gangmaker. Daarover meer in een volgend blog.
Thee in de Tuin…
Er is behoorlijk wat bezoek vandaag
Wespen op de appeltaart de koffie komt voorbij
Ik vind het best
Ik zou niet weten wie er jarig is hoera
Of hoe het nou toch verder moet met mij
(uit een liedje van Spinvis)
Dat zouden zomaar de gedachten kunnen zijn van bewoners van het verzorgingshuis in de buurt, waar ik met een groepje buurtbewoners af en toe neerstrijk voor een gezellige middag. We schieten nog net niet door in bloemetjesjurken en strohoeden, maar je kunt zien dat iedereen zich een beetje feestelijker heeft opgedoft, want: we gaan op visite!
De voorpret begint al een week van tevoren. Wat zullen we serveren, wie wil inkopen doen, wie komt wat eerder om te helpen voorbereiden? Wat dat laatste betreft, in de praktijk: iedereen.
Thee in de Tuin noemen we het, ook als het regent en we binnen moeten blijven. Een buurtgenoot heeft via via een prachtig ouderwets theeservies gekregen; dat gebruiken we en dat vergroot de feestelijke uitstraling natuurlijk enorm. Vanuit ‘het huis’ lopen de activiteitenbegeleiders mee in de bediening, want we gaan alle tafels af met onze kannen thee en koffie. Ja, je kunt iets honderd keer een theemiddag noemen, maar soms wil iemand echt gewoon koffie.
De buren smeren sandwiches en vullen etagères, de huisbewoners claimen elk hun vaste plekje en reageren wisselend op de drukte. De een voelt zich feestelijk en glimlacht dat het een lieve lust is, de ander moppert over ‘gedoe’ en ‘drukte’ en ‘vreemde mensen’ en ‘nog geen chocola gehad’.
Heeft dit zin? Voegt het iets toe? Jazeker! Niet alleen voor de verzorgingshuisbewoner die getrakteerd wordt, ook voor de buren die plezier hebben met elkaar en de huisbewoners, die met hen lachen en gesprekken voeren. En ook voor mij als buurtwerker, omdat ik mensen bij elkaar breng, prachtige verhalen hoor over vroeger, over het buurtleven en over de woonwensen van de buurtbewoners, voor later.
Een dagje ouder driehoog-achter…
Herkenbaar? Heb je eindelijk genoeg wachttijd gespaard bij Woningnet voor die fijne verdieping met zon en balkon, willen je knieën de trap niet meer op, wil je rug niet meer verhuizen of kan je hoofd niet meer wennen aan een nieuwe omgeving. Voor velen van ons nog ver van ons bed, voor anderen helaas onverhoopt de werkelijkheid.
Niks mis met regelmatig traplopen, sterker nog, het wordt ons aanbevolen. Het zou ons jong houden. Maar er komt een dag, waarop het niet meer wil. En dan? Blijf je achter de geraniums tot je tussen zes plankies weg moet of zijn er oplossingen te bedenken? Ik heb me erin verdiept voor jullie.
Woningnet heeft voorrangsregelingen, maar wie huurt van een particuliere huisbaas, komt daarvoor niet in aanmerking. Soms kan een woning aangepast worden, maar niet altijd. ‘Het bejaardentehuis’, waar wij na het zien van Hendrik Groen en zijn vrienden graag voor de gezelligheid naartoe zouden verhuizen, bestaat niet meer. Wat een ellende, goede raad is duur, een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Dus onderneem actie voordat het water aan de lippen staat! Bedenk nu alvast hoe ‘toekomstbestendig’ je huidige woning is en verzin een list. Informeer bij het Buurtteam in jouw buurt naar de mogelijkheden voor woningaanpassingen. !WOON kan je vertellen van welke regels je gebruik kunt maken. Geen piepkuiken meer? Meld je aan bij de wachtlijst van een leuke ouderenwoongroep, schrijf je in voor een appartement met lift, verdiep je in verhuiskostenvergoedingen, informeer of woningruil mogelijk is, zodat je zo lang mogelijk zo goed mogelijk kunt blijven wonen op een plek die jou bevalt. Want als je te lang wacht, valt er niets meer te kiezen en kun je zomaar buiten je comfortzone terecht komen! Ver van die behulpzame buren, die aardige kruidenier en dat fijne bakkertje. Dat zou toch jammer zijn …
Life is what happens to you while you’re busy making other plans (John Lennon)
Kerstengel in een verlaat kerstverhaal …

Bij Buurtkamer Parlarie in de Zeeheldenbuurt is op maandag een koffie-inloop, waar we als buurtbewoners samenkomen, koffie- en theedrinken en verhalen vertellen. Op deze maandag was er niets bijzonders aan de hand. Op weg naar huis met de fiets stopte ik even bij het Stenen Hoofd en vandaaruit fietste ik door de Jordaan naar mijn huis in Oud-West. Toen ik in het donker thuiskwam, merkte ik dat ik mijn sleutelbos was kwijtgeraakt. Sleutels van verschillende fietsen en die van mijn huis, weg! Gelukkig kon ik bij een buurvrouw mijn reservesleutels ophalen.
De volgende dag dezelfde route terug, maar helaas geen sleutels, niet in de Jordaan, niet bij het Stenen Hoofd. Uiteindelijk stond ik in het donker voor de buurtkamer wanhopig tussen de bladeren te zoeken bij het licht van de zaklamp van mijn telefoon.
Toen! Stond daar opeens een mevrouw met open handen, waarin mijn sleutels lagen. Een wonder, ze leek wel een engel, zo plotseling als ze verscheen. Deze buurvrouw had de hele dag thuisgewerkt en bij het raam gezeten om de fietsparkeerplek in de gaten te houden, waar ze mijn sleutels had gevonden. Ze zag me zoeken.
De volgende dag bij Buurtcentrum Horizon vertelde ik het Tuinteam over deze gebeurtenis, over de wonderbaarlijke verschijning van de buurvrouw, die voor mij een kerstengel uit een kerstverhaal was. Het toeval wil, dat leden van het Tuinteam de Haak-Aan-groep zijn begonnen en bezig waren met kerstballen haken. Ik vroeg hen om een kerstengel te maken voor de buurtvrouw als bedankje.
Dat is zo fijn, je raakt iets kwijt, je krijgt hulp, je sleutels worden gevonden en onverwachts krijg je ze terug. Wat een mooi moment! En dankzij de creativiteit van de mensen om je heen wordt er iets nieuws gecreëerd, wat zichtbaar terugkomt in de buurt met een nieuw verhaal. Dat is prettig samenleven! Want zoals Loesje zegt: zorgen voor elkaar moet je doen, niet maken!
Liefheid van buurtwerk is nodig …

Mijn persoonlijke doel als buurtwerker is om een toegevoegde waarde te bieden aan de buurt. Door te luisteren, hulpvragen op te lossen, activiteiten te organiseren en ook door ruimte te bieden aan de mens die soms op zoek is naar iets. Ik noem het ‘iets’, omdat buurtwerk net zo helder kan zijn als dat het soms een flinke zoektocht is. Een zoektocht naar zingeving en vooral naar mogelijkheden en het zoeken naar die mogelijkheden kost aandacht en tijd. Mijn belangrijkste gedachtengoed is: kijken naar wat wel kan en niet richten op wat niet kan!
De Kerst nadert, een moment waar wij als buurtwerkers de mogelijkheid nemen om buurtbewoners te verenigen door middel van een leuke activiteit. Vorig jaar hebben we als alternatief voor het kerstdiner, dat als gevolg van de coronamaatregelen niet kon plaatsvinden, een warme actie uitgevoerd. Samen met buurtbewoners hebben we besloten om de zelfgemaakte kerstsokken (door de creatieve handwerkclub in de Koperen Knoop) te vullen met leuke en lekkere dingen en om die vervolgens aan de voordeuren van bewoners te hangen.
De diversiteit aan talenten binnen het team zorgde ervoor, dat de actie vlekkeloos is verlopen en bewoners voelden zich gewaardeerd en omarmd. Kinderen uit de buurt schreven kerstkaartjes en maakten kerstknutseltjes voor de ouderen die dringend werden verzocht om thuis te blijven en zo min mogelijk mensen te ontvangen. De lokale Albert Heijn doneerde koekjes en andere lekkernijen om in de kerstsokken te doen en wij gingen bij de mensen langs om het aan hen te geven.
Buurtwerker zijn houdt in, dat je samen met bewoners, je team en/of partners in de wijk zoekt naar kansen en mogelijkheden en dat de huidige staat van de samenleving vaak bepaalt hoe het werk zich uit. Wat ik als startende buurtwerker merk, is dat de warmte, de toegankelijkheid en vooral de liefheid van ons werk hard nodig is binnen die samenleving.


