Francis Moelah
Contrasten (of toch niet?)
Twee aanmeldingen voor Welzijn op Recept, in dezelfde week door dezelfde huisarts.
Niets bijzonders zou je zeggen, toch?
Nee, op zich niet. Maar wat deze aanmeldingen voor mij zo bijzonder maakt, is dat het in beide gevallen heren zijn van dik in de negentig, die allebei behoefte hebben aan gezelschap en ook nog in dezelfde straat wonen. Ze kennen elkaar niet, terwijl ze allebei al bijna hun hele leven op dezelfde plek wonen. Appeltje eitje zou je denken. Koppel ze aan elkaar en laat ze genieten van elkaars gezelschap. Maar helaas, zo simpel is het niet.
Meneer A is een vrolijke man met een vlotte babbel. Hij woont in een mooi opgeruimd en schoon huis en ziet er verzorgd uit. Hij heeft goed contact met zijn kinderen en kleinkinderen en mist toch iets wat zijn dag breekt. Hij wil graag iemand die een keer per week een bakkie koffie bij hem komt drinken, liefst een vrouw. Waarom? “Vrouwen hebben altijd wel iets om over te kletsen, hun gezin, werk etc.” Het interesseert meneer hoe het leven van iemand anders eruitziet.
Meneer B is een sombere, depressieve man, die het liefst euthanasie zou willen. Hij woont in een groot, smoezelig huis en ziet er zelf ook wat smoezelig uit, ook al draagt hij ‘nette’ kleding. Meneer is nooit getrouwd, heeft geen kinderen en weinig familie. Hij wil een maatje, wel graag een man. Waarom? Meneer is homo, kwam vorig jaar uit de kast, toen hij dus al dik in de negentig was. Hij wil iemand die hem begrijpt, waarmee hij over zijn gevoelens kan praten.
Regelmatig neem ik contact op met beide heren of ik ga even langs. Bij de een omdat hij zo gezellig is, bij de ander omdat ik hoop dat ik wat gezelligheid kan brengen. Beiden zo verschillend, beiden het zo waard om de tijd die ik voor hen heb aan hen te besteden.
Het mag gewoon…!
Op 22 april hadden wij onze Buurtwerkdag met als thema Zichtbaarheid, hoe doe je dat?
We konden kiezen uit een aantal workshops en ik had gekozen voor ‘Korte teksten maken’.
Waarom deze workshop? Als welzijnscoach moet ik regelmatig een e-mail/terugkoppeling schrijven naar de verwijzer. Dit zijn vaak huisartsen, psychologen et cetera. Ik, als rasechte Amsterdamse, weet dat ik schrijf zoals ik spreek en dus wilde ik wat tips en tricks, zodat het allemaal wat netter overkomt. Zeker omdat ik toch met een (hopelijk) geleerde groep van medici te maken heb, toch?
Maar wat zei onze zeer gewaardeerde docente? Het is helemaal niet erg om in spreektaal te schrijven. Als ik mij daarin goed kan uitdrukken, wat is dan het probleem? Helemaal niets!
Dus vroeg ik mij af: stel dat ik een terugkoppeling stuur in het plat Amsterdams, zou dat dan ook geen probleem zijn?
Zoiets als dit:
Gisteren een hele tijd met cliënt zitten beppen. Het ziet er niet naar uit, dat deze gozer iets gaat doen. Hij zei zelf dat ie liever de hele dag ligt te maffen, omdat hij afgepeigerd is. Soms banjert ie met een gabber een beetje door de stad en gaan ze ergens een pilsje drinken. Dat kan niet altijd, want hij is vaak platzak en hij wil ook niet bietsen bij zijn makker. Het komt erop neer dat – sinds ie in de lik heeft gezeten en zijn baan als gleuvenglijer* kwijt is – ie vaak in sein uppie is. Een andere pozisie zoeken, ziet ie niet zitten. Hij heeft zich de afgelopen jaren het leplazerus gewerkt en heeft geen zin om zich weer het schompus te gaan werken.
Als ik de docente moet geloven mag dit gewoon, want het is mijn spreektaal. Toch heb ik hier mijn twijfels over. Laat ik voor de zekerheid maar mijn ABN-spreektaal gebruiken met hier en daar een Amsterdams accentje.
* trambestuurder
Waarom opfrissen?
In maart 2021 vroeg Eerstelijns Amsterdam en Almere (Elaa) aan alle Amsterdamse welzijnscoaches van Welzijn op Recept of zij geïnteresseerd zijn in een training Motiverende gespreksvoering. De welzijnscoaches reageerden enthousiast, de training werd direct gepland. Ik kon er jammer genoeg niet bij zijn, maar gelukkig: omdat er zoveel animo was, werd er nog een tweede training gepland in april. Helaas, Covid gooide roet in het eten. Training verplaatst naar oktober en ja hoor, daar was Covid weer. Derde poging: januari 2022 en je raadt het al … COVID!!
Daar was dan eindelijk het goede nieuws: Nederland gaat weer open vanaf februari 2022!
Poging número cuatro. Gelukt, eindelijk op 1 maart 2022 konden twaalf welzijnscoaches aan de training beginnen. Het gezelschap was bijzonder gevarieerd. Welzijnscoaches, ervaringsdeskundigen, maatschappelijk werkers en een drag queen die maaltijden rondbrengt bij oudere Amsterdammers.
Wat heb ik geleerd? Ik kwam tot de ontdekking, dat ik in de afgelopen negen jaar als welzijnscoach de gespreken helemaal niet zo slecht heb gevoerd. Veel van wat er tijdens deze training ter sprake kwam, deed ik al. In het eerste jaar als welzijnscoach was het nog zoeken en een beetje aanmodderen, maar nu durf ik mijzelf toch wel ervaren te noemen.
Ben ik tijdens deze training dan toch nog tot nieuwe inzichten gekomen? Jazeker! Ik heb geleerd, dat ik minder vragen moet stellen (ik wil altijd graag alles weten) en dat ik de cliënt de ruimte moet geven om uit zichzelf zijn/haar verhaal te vertellen en als daarbij eens stiltes vallen dan is dat helemaal niet erg.
Wat is het toch fijn om zo nu en dan de mogelijkheid te krijgen om een beetje op te frissen!


