Waar ligt de boter nou?
Zo lang mogelijk thuis wonen, dat willen we allemaal, dat moeten we allemaal.
Ook als de dagelijkse handelingen een uitdaging worden. Dan moet je een beroep doen op de hulptroepen. Familie, buren, vrijwilligers.
Wat al jaren geleden is ingesleten en op de automatische piloot wordt gedaan, dat lukt vaak nog het langst. Misschien niet meer perfect, maar toch. Zo maakte mijn moeder week in week uit nog netjes een boodschappenlijstje voor het wekelijkse Albert-Heijn-bezoek. Georganiseerd als zij altijd was, een lijstje in de volgorde van de winkelindeling. Dat lijstje werd steeds minder gevarieerd en op een gegeven moment was het iedere week een nieuw geschreven maar ongewijzigd lijstje, ongeacht de voorraad in keukenkastjes en koelkast. Na haar overlijden, nu zes jaar geleden, heb ik nog geen enkele keer Jif of schoonmaakazijn hoeven kopen.
Als je een hoge leeftijd mag bereiken en het sociale kringetje wordt steeds kleiner, dan is zo’n bezoekje aan de supermarkt soms nog een van de weinige uitstapjes. Even naar buiten, bewegen, wat mensen zien en een paar woorden wisselen bij de kassa. Als het in je hoofd dan wat minder overzichtelijk wordt, is het extra fijn als zo’n bezoekje goed verloopt. Je hebt alles kunnen vinden wat er op je lijstje staat en komt tevreden thuis. Missie geslaagd!
Zelf doe ik de boodschappen vaak even snel van werk naar huis.
Eenmaal in de Albert Heijn, spurt ik op de automatische piloot door de winkel. Aangekomen bij de Zuivel grijp ik die keer mis. Huh?? Boter stond toch altijd hier? Jazeker, want boter is zuivel. Maar ik zie geen boter, niet waar het stond, niet hoger of lager, niet links of rechts. Even vragen. Een vriendelijke medewerker neemt me mee naar een heel ander deel van de winkel. Niet de Zuivel, wel koelvakken. En ja hoor, daar staat de boter. Ik grijp daarna nog één keer mis, oh ja…, daarna gaat het op de automatische piloot weer goed.
En toen gebeurde het. Ineens hoorde ik in mijn hoofd: “Dementievriendelijke buurten, trainingen voor supermarktmedewerkers. Over herkennen van en omgaan met mensen die kampen met (beginnende) dementie.” En ik dacht: hoe verhoudt zich dat eigenlijk tot de regelmatig wisselende winkelindeling?
Want als je merkt dat het in je hoofd niet meer helemaal lekker gaat, word je onzeker van een vertrouwde supermarkt waar je ineens misgrijpt. “Ligt het aan mij, kan ik nu ook de boodschappen al niet meer vinden?” Verwarring, twijfel, stress. Bedenken dat het niet aan jou maar aan de winkelindeling ligt, lukt dan niet meer. Een oplettende winkelmedewerker, die de situatie herkent en vriendelijk te hulp schiet, is dan nog de enige hoop, maar het kwaad is al geschied.
Is die winkelindeling uitsluitend gebaseerd op marketingstrategieën, op koopgedragspsychologie? Of wordt zoiets als ‘een dementievriendelijke buurt willen zijn’ ook meegewogen bij het besluit om de boel weer eens te veranderen? Er is maar een manier om daar achter te komen.
Inmiddels ben ik via een aantal supermarktmanagers bij een klantenservicemedewerker terecht gekomen. Ik had geluk. Mijn vraag staat niet in het veelvoorkomende-vraag-&-antwoord-schema, voor haar gelukkig geen reden om mij af te poeieren. Na haar zoektocht weet ze met wie ik in contact moet komen en ze belooft dat ik binnen een week word benaderd door de betreffende afdeling/medewerker van het hoofdkantoor van Albert Heijn.
Of dit uiteindelijk gaat leiden tot andere besluiten, dat weet ik niet, maar ik kan allicht mijn kleine steentje bijdragen aan bewustwording, in de hoop dat ook dit belang op z’n minst wordt meegewogen bij het nemen van besluiten over de winkelindeling.
Eerst maar hopen op een open gehoor. En in dat geval: wordt vervolgd…
