Het mag gewoon…!
Op 22 april hadden wij onze Buurtwerkdag met als thema Zichtbaarheid, hoe doe je dat?
We konden kiezen uit een aantal workshops en ik had gekozen voor ‘Korte teksten maken’.
Waarom deze workshop? Als welzijnscoach moet ik regelmatig een e-mail/terugkoppeling schrijven naar de verwijzer. Dit zijn vaak huisartsen, psychologen et cetera. Ik, als rasechte Amsterdamse, weet dat ik schrijf zoals ik spreek en dus wilde ik wat tips en tricks, zodat het allemaal wat netter overkomt. Zeker omdat ik toch met een (hopelijk) geleerde groep van medici te maken heb, toch?
Maar wat zei onze zeer gewaardeerde docente? Het is helemaal niet erg om in spreektaal te schrijven. Als ik mij daarin goed kan uitdrukken, wat is dan het probleem? Helemaal niets!
Dus vroeg ik mij af: stel dat ik een terugkoppeling stuur in het plat Amsterdams, zou dat dan ook geen probleem zijn?
Zoiets als dit:
Gisteren een hele tijd met cliënt zitten beppen. Het ziet er niet naar uit, dat deze gozer iets gaat doen. Hij zei zelf dat ie liever de hele dag ligt te maffen, omdat hij afgepeigerd is. Soms banjert ie met een gabber een beetje door de stad en gaan ze ergens een pilsje drinken. Dat kan niet altijd, want hij is vaak platzak en hij wil ook niet bietsen bij zijn makker. Het komt erop neer dat – sinds ie in de lik heeft gezeten en zijn baan als gleuvenglijer* kwijt is – ie vaak in sein uppie is. Een andere pozisie zoeken, ziet ie niet zitten. Hij heeft zich de afgelopen jaren het leplazerus gewerkt en heeft geen zin om zich weer het schompus te gaan werken.
Als ik de docente moet geloven mag dit gewoon, want het is mijn spreektaal. Toch heb ik hier mijn twijfels over. Laat ik voor de zekerheid maar mijn ABN-spreektaal gebruiken met hier en daar een Amsterdams accentje.
* trambestuurder
